De bouw kent al omgevingsmanagers, veiligheidskundigen en veiligheid- en gezondheidscoördinatoren (V&G-coördinator). En als de Omgevingswet wordt ingevoerd, komt er nóg een rol bij: de veiligheidscoördinator directe omgeving. 5 vragen over deze nieuwe rol.

1 Waarom komt er een nieuwe veiligheidscoördinator?
Met de invoer van een veiligheidscoördinator directe omgeving wil het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) invulling geven aan aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV). Die kwamen er vooral door een kraanongeval in 2015 in Alphen aan den Rijn. Twee hijskranen vielen om bij hijswerkzaamheden rond de Koningin Julianabrug. De kranen kwamen terecht op naastgelegen woningen en winkels. Wonderbaarlijk genoeg vielen er geen slachtoffers.

In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl, een van de vier algemene maatregelen van bestuur onder de Omgevingswet), de voorziene opvolger van het Bouwbesluit, heeft het ministerie “bepalingen” opgenomen om de veiligheid bij bouw- en sloopwerkzaamheden beter te borgen. Ook zijn volgens het ministerie de rollen en de verantwoordelijke partijen daarmee verduidelijkt. “Op grond van het Bbl is nu voor de uitvoeringsfase ook een coördinator nodig, namelijk de veiligheidscoördinator directe omgeving”, zo schrijft het ministerie in een infoblad over de nieuwe rol.

Bepalingen over omgevingsveiligheid zijn nu nog maar beperkt uitgewerkt, vertelt Henk van Vulpen, expert op het gebied van veiligheid bij het Rijksvastgoedbedrijf en projectleider ViA bij de Governance Code Veiligheid in de Bouw. Het valt sowieso buiten het Arbobesluit. Dat is ook logisch: de arbowet richt zich vooral op de relatie tussen werkgever en werknemer. De omgeving valt daar dus niet onder. Die regels worden vastgelegd in bouwregelgeving, in dit geval het Bouwbesluit en straks in het Bbl.

In het Bouwbesluit is omgevingsveiligheid nu een vrij abstract onderdeel, vindt Van Vulpen. In het Bbl is dat een taak voor de nieuwe veiligheidscoördinator en is ook de initiatiefnemer van een bouwwerk verplicht na te denken over omgevingsveiligheid.

2 Wat houdt de nieuwe rol precies in?
De veiligheidscoördinator directe omgeving is verantwoordelijk voor veiligheid en gezondheid in de directe omgeving van de bouwplaats tijdens de uitvoeringsfase. Dat geldt zowel voor bouw- als sloopwerkzaamheden.
De nieuwe rol kan wel wat verwarring opleveren, vindt Max Oostendorp, senior adviseur bij Aboma. De bouw kent namelijk ook al een V&G-coördinator, zowel in de ontwerp- als uitvoeringsfase. Vooral laatstgenoemde lijkt veel overlap te hebben met de veiligheidscoördinator directe omgeving.

Het belangrijkste verschil is dat de V&G-coördinator uitvoeringsfase zich voornamelijk richt op de veiligheid van werknemers en eventuele derden óp de bouwplaats. Daarnaast is deze rol beschreven vanuit de Arbowet, en de nieuwe veiligheidscoördinator vanuit bouwregelgeving, zegt Oostendorp. Laatstgenoemde heeft echt alleen verantwoordelijkheid voor de omgevingsveiligheid, dus buiten het hek.

De rollen verschillen dus wel, maar zijn juist ook goed te combineren. “Voor een veilige omgeving buiten de bouwplaats, moet je in essentie hetzelfde doen als binnen het hek”, zegt Van Vulpen. Hij verwijst naar het dodelijk kraanongeval in Den Haag in 2016. Bij het hijswerkzaamheden stuiterden onderdelen buiten het hek, waardoor een voorbijganger om het leven kwam. “Maar de last had ook op de bouwplaats kunnen vallen. Uiteindelijk is het risico hetzelfde, en de beheersmaatregel ook. Kortom: zorg dat je veiligheid buiten en binnen de bouwplaats in één keer aanpakt.”

Het combineren van de rollen wordt ook al sinds 2018 binnen het Rijksvastgoedbedrijf gedaan. Hoewel de invoer nog niet officieel is, heeft de opdrachtgever daar niet op gewacht en heeft de rol al in hun eigen V&G-stappenplan opgenomen.

Het ministerie raadt ook aan om de rollen te combineren, maar het is niet verplicht. Bedrijven kunnen hier dus verschillend mee omgaan, ziet ook Van Vulpen. “Maar dat is niet handig. Dat is inefficiënt en kan leiden tot misverstanden en discussies. Een uniforme aanpak is nodig.”

Het is ook de reden dat het Rijksvastgoedbedrijf met haar V&G-stappenplan “de boer op gaat” bij andere opdrachtgevers en ook opleidingsbureaus al laat voorsorteren op één coördinator.

Dat doen ze bij Aboma ook al tijdens de trainingen voor V&G-coördinatie, vertelt Oostendorp. De adviseur geeft trainingen voor V&G-coördinator in de uitvoeringsfase en wijst daarbij dan gelijk op de invoer van de nieuwe rol. Zijn verwachting is dat die rollen over een aantal jaar simpelweg standaard in één functie samenkomen.

3 Is zo’n extra veiligheidscoördinator wel nodig?
Dat er meer aandacht komt voor omgevingsveiligheid is wat Oostendorp betreft niet verkeerd. “Omgevingsveiligheid is vaak een ondergeschoven kindje.”

Regelmatig gaat het nog mis, ziet hij. Voorbijgangers zijn zich als leek niet bewust van risico’s rond een bouwplaats. En tegenwoordig bouwt men juist meer en hoger, en meer in de bebouwde omgeving.

Het lijkt misschien overbodig om expliciet een nieuwe rol te beschrijven, omdat de rol zo samenhangt met die van de V&G-coördinator. Toch is er mogelijk een voordeel, zegt Oostendorp. Omdat de nieuwe rol vanuit de bouwregelgeving wordt omschreven en niet vanuit de Arbowet, wordt het ook belangrijker bij de aanvraag van een omgevingsvergunning.

Hierbij wordt bepaald, via het invullen van een risicomatrix, of het nodig is om een veiligheidscoördinator aan te stellen. Dat kan een extra stok achter de deur zijn om die omgevingsveiligheid dus beter te borgen, denkt Oostendorp. De vergunningverlener, bijna altijd de gemeente, is overigens ook de toezichthouder rond de rol van veiligheidscoördinator.

Hiermee wordt ook verantwoordelijkheid meer bij de initiatiefnemer van een bouwwerk belegd in plaats van bij de gemeente, zegt Van Vulpen. “Je moet zélf gaan nadenken over omgevingsrisico’s. Dat is terecht, daarmee komt het ook meer in lijn met het Arbobesluit.”

Voor bouwers en opdrachtgevers die de rol al beleggen bij hun V&G-coördinator, is de officiële invoer misschien een formaliteit. “Maar de bedrijven die dat nog niet doen, komen door de Bbl dan toch in beweging.”

4. Maar wanneer is dan die invoering?
Dat zal pas zijn als ook de Omgevingswet wordt ingevoerd en daarmee ook het Bbl. Die voorlopige datum ligt nu op 1 juli 2023. De coördinator wordt vanaf juli 2020 al wel in het Bouwbesluit genoemd, maar taakomschrijvingen ontbreken. Daar is in de Woningwet, waar het Bouwbesluit onder valt, geen wettelijke grondslag voor. Voor nu geldt alleen dat de contactgegevens bekend moeten zijn van de persoon die maatregelen voor omgevingsveiligheid uit het veiligheidsplan coördineert.

De Omgevingswet biedt de wettelijke grondslag wel. Ondanks dat die wet al een aantal keer is uitgesteld, verandert dat nu niks aan de situatie, zo bevestigt een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Wel zijn dus Rijksopdrachtgevers, zoals het Rijksvastgoedbedrijf, al met de rol aan de slag gegaan.

5 Gaat dit de bouw uiteindelijk veiliger maken?
“Met regels zelf verandert er nog niks”, vindt Van Vulpen. “Dat gebeurt pas als opdrachtgevers en opdrachtnemers er samen mee aan de slag gaan.” En dan wel in een uniforme aanpak, benadrukt hij. Ook opleiders en adviesbureaus spelen daarin een rol.

Oostendorp ziet ook voordelen in de nieuwe rol, zoals de stok achter de deur die de verplichte risicomatrix biedt. Het valt of staat wel met de deskundigheid van de coördinatoren, zowel die van de V&G- als nieuwe veiligheidscoördinator. De taken zijn in de regelgeving wel omschreven, maar het profiel is onbekend. “Het kan dus iedereen zijn. Vanuit de Arbowet moet de werkgever wel zorgen dat mensen voldoende onderricht zijn. Maar dat is dan dus aan de werkgever.”

Daarnaast moet de ontwerpfase in het proces niet worden vergeten, vindt Oostendorp. In de Bbl staan geen veiligheidseisen voor de ontwerpfase, omdat hier geen wettelijke grondslag voor is. Hierdoor lijkt het alsof veiligheid alleen in de uitvoeringsfase van belang is, en dus het probleem van de aannemer. “Terwijl onveiligheid vaak wordt veroorzaakt op de tekentafel.”
Wel wordt het belang van de ontwerpfase in het infoblad over de veiligheidscoördinator genoemd, en ook in de toelichting op het Bbl.

Daarnaast kent het Bbl een zorgplichtartikel, vertelt Van Vulpen. “Daaruit volgt impliciet dat de opdrachtgever en ontwerpende partijen, ook in het traject vóór de uitvoering, een verantwoordelijkheid hebben.”
Uiteindelijk moet veiligheid integraal worden aangepakt, vindt Van Vulpen. Dat is lastig in een gefragmenteerde bouw met een wirwar aan veiligheidsfunctionarissen. Maar ze zijn wel allemaal nodig, vindt hij. “Hoe dit allemaal met elkaar samenhangt, moeten we dus goed communiceren.”

Pijl links Terug

Meer weten? Vul het formulier in en wij nemen contact op.